vrijdag 29 november 2013

Bloedrood

Augustus 2013. Een zaterdagavond, rust in huize husky heren. We drinken een glaasje wijn na het eten en manlief zet dat ongezien op het tafeltje naast de bank. Op de rand. Waar het niet blijft staan. Het kukelt om. Bovenop Spot.
Het kussen, de vloer, de muur, de hond zelf. Alles is rood. Hij lag rustig te slapen tot hij werd getroffen door een koude rode douche. Uiteraard schrik je daar dan van, als brave hond zijnde. Hij vliegt omhoog, rent een rondje door de  kamer, onder de tafel door en stuift de gang op om zich daar uit te gaan staan schudden. 
Treurig kijk ik naar mijn glanzende parketvloer, nu voorzien van een decoratief vlekkenpatroon. We zijn aan het verbouwen en deze zaterdag had ik besteed aan het zandvrij en toonbaar maken van de woonkamer.  Uiteraard lag Spot niet op zijn eigen waterbestendige hondenkussen maar op mijn vrijwel nieuwe tuinbank kussens. Witte kussens met een dun blauw streepje. Na jaren zoeken dit jaar eindelijk naar mijn zin gevonden. Ik zucht nog maar eens diep, recht mijn schouders en gooi ze zonder mopperen in de vuilcontainer. 

In gedachten ga ik terug naar de week ervoor. Op mijn hurken zit ik in de stoffige garage (alweer, de verbouwing) met Spot’s rode kop tussen mijn knien geklemd. Ik moet zijn oor inspecteren want daar loopt het bloed uit en ik twijfel of dit een nachtelijk bezoekje dierenarts gaat worden. 
Na een bezoekje aan vrienden kwamen we op een zondagavond laat thuis. Snel nog even de honden uitlaten. Bij terugkomst gaat het fout. Blijkbaar is het Spot deze avond niet gelukt om zijn kong te legen en nu wil Shadow dat wel even proberen. Spot vindt dat niet goed en ineens is er een echte vechtpartij aan de gang. 
Daar sta ik op de zandhopen waarin onze tuin sinds de verbouwing is veranderd, in het donker te proberen met een bezem twee honden uit elkaar te halen. Tanden blikkeren in het licht van mijn hoofdlamp, twee stel bloeddoorlopen ogen.
Met wat moeite weten man en ik allebei een halsband te pakken te krijgen. Trekken willen we niet, ze hebben allebei anderhonds oor in de bek, en hoewel ik altijd al een hond met flaporen heb willen hebben is dit daarvoor niet het moment. 
Op een gegeven moment gaan een fractie van een seconde de kaken van elkaar en met een scheurend geluid trekken we ze uit elkaar. Man verdwijnt met Shadow naar binnen, die nog een laatste vuile blik achterom werpt. Ik verdwijn dus met Spot de garage in. 

De schade lijkt gelukkig mee te vallen. Oren bloeden nu eenmaal snel en de hoeveelheid bloed inschatten doet iedereen verkeerd. Wetenschappelijk onderzocht zelfs: de meeste mensen schatten de hoeveelheid ongeveer tien keer te hoog in. Deze nacht slapen ze ieder gescheiden in de snel weer gemonteerde benches.

Behalve moe en ontdaan ben ik ook boos. Stelletje pubers! Shadow lijkt met name gewond aan zijn ego. Eenmaal in zijn bench heeft hij vreselijk medelijden met zichzelf en zit hartverscheurend te piepen. Nog eenmaal sleep ik mij uit bed om te kijken wat er is. "Even een beetje water drinken en nu ga je toch echt slapen jongen" heeft niet helemaal het gewenste effect. 
Elk kwartier  klinkt er nog een zielig huiltje, dat manlief uiteraard niet hoort. Na nog een uur val ik uiteindelijk toch in slaap. Duf als ik ben, doe ik de volgende ochtend dezelfde kleren als de avond ervoor aan en wandel de ochtendronde. Een hondenkennis die ook op stap is kijkt mij wat onderzoekend aan. Een paar uur later zie ik waarom:  mijn broek zit vol bloedvlekken. 
Gelukkig wist ik wel dat deze vlekken er wel weer uit gaan. Want een paar dagen geleden sneed ik wat onhandig een rol “kompleet vers vlees” open en kreeg een douche van bloed over me heen. Mijn handen, armen, t-shirt alles zat onder. Stinken! En ik wist zeker: als ik me met deze slachthuisgeur meldt in de slaapkamer, zijn we zo weer over op brokken. Maar met een douche met 'Unieke doucheschuim technologie op basis van Organische ingrediĆ«nten Zoete Amandelolie& Indiase Roos' en een was met “Ariel voor al uw hardnekkige vlekken” is dit alles zo weer weggepoetst.
Dat laatste geldt niet voor de wijn. Als ik de ochtend na het wijnincident zie ik dat aan de lijst van klussen het schilderen van de muur in de gang toegevoegd kan worden kan  ik een vloek niet onderdrukken. En toch, liever een glas wijn dan een vechtpartij per week.


Zomerzonden en nattigheid

Augustus 2013. De husky heren luieren zich door de warme hondsdagen van deze zomer. We houden ze bezig met een puzzeltje, een balletje maar het is overduidelijk geen vervanging voor een lekker stukje rennen. Deze avond zijn ze ongedurig. Ze voltooien de wandeling van links naar rechts en op de achterpoten. Het kan er ook nog iets mee te maken hebben dat we in de avondschemering onderweg konijnen, hazen en een kat zien.Thuis gekomen gaan ze met enige tegenzin hun nachthok in, ze zijn overduidelijk nog lang niet 'moe en aan bedje toe'. 
De volgende ochtend zien we daar de resultaten van. We zijn de garage aan het verbouwen en hun nachthok is nog niet helemaal klaar. In de tussentijd berg ik de fles met zalmolie op in een overgebleven bench in plaats van veilig buiten bereik op een plank. Op een of andere manier hebben ze die bench open gekregen en de fles vakkundig gedemonteerd. Gelukkig zat er niet zo heel veel meer in, maar genoeg om kussen en vloer te impregneren en een lekker geurtje te geven.

Zodra ik de deur open doen stuift Shadow (de hoofdverdachte) naar de poort en gaat daar zitten. We kijken elkaar aan en zuchten. Hoge nood door de laxerende werking van de olie? Het is zelfs nu al warm en benauwd, reden temeer om maar eerst te gaan wandelen en later te ontbijten. Gezien de energie van de avond tevoren gaan we naar het enige stukkie land waar onze heren veilig los kunnen. 

Achter een boomgaard  aan de Maas is een lange strook weiland. Het is net gemaaid, alleen langs de oever staat nog een strook hoog gras gemengd met onder andere brandnetels, distels en berenklauw, een barriere die mij met blote benen verre van het water houdt. Maar op enkele plekken kun je bij de oever raken. Omdat de heren niet echt van water houden, vormen Maas en zijarm een mooie barriere aan de ene kant. Tezamen met de konijnenbosjes op de kop van de dijk, maakt het dit stuk land voor ons tot een ideaal losloopgebied. Echt ver weg gaan ze niet en als we ze even kwijt zijn, we weten waar we ze kunnen vinden. Met hun neus in een konijnenhol. 
In de boomgaard zie je niet wat er op het weiland gaande is, maar op deze tijd van de dag verwachten we er niemand. Met een gevoel van “ga je in godsnaam even uitleven zonder ons moet te maken” gooien we halverwege de boomgaard de lijnen los. Als gekken stuiven ze er vandoor. Meestal schiet Shadow meteen rechtdoor de Maas in maar dit keer blijft de plons uit. De oorzaak blijkt een viswedstrijd. Meneer is op 'zijn' strandje gezellig op bezoek bij een visser,die dat niet zo tof vind. Met een welgemeende “Sorry” naar de visser en “Kom mee” naar de heren lopen we dan maar boven langs de dijk . De heren sjezen weer vol enthousiasme voor ons uit en komen terug en vliegen weg.
Als we voorbij de vissers zijn kuieren man en ik op het gemakje naar beneden. Shadow duikt het water in en zwemt wat heen en weer. We lopen door en zien Spot achter de graskraag verdwijnen en horen een hoop gesnater. Oeps, daar zat een eend. Gelukkig zien we het beestje wegvliegen maar we horen toch een kabaal, gesplutter en gesplat. Zo stel ik me een kudde olifanten in een poeltje voor. Spot probeert kennelijk achter de eend aan te gaan maar zwemmen lijkt hem niet helemaal gemakkelijk af te gaan.
Even later zien we voor ons uit een hond de bosjes in duiken. Druk in gesprek over huis, verbouwing, werk letten we niet echt op wie waar rondzwerft. Het zijn hectische weken geweest en we lopen slenterend bij te praten, blij dat de honden zichzelf nu even moe maken. Daarnaast is dit stuk niet kort gemaaid en we moeten opletten dat we niet in de brandnetels gaan staan. Even later komt een schim uit de Maas ons tegemoet. Als hij zit uitschud zie ik dat dat Shadow is. Mooi, het was dus inderdaad Spot die de bosjes in dook.
We lopen verder langs de bosjes maar zien niks bewegen. We lopen om het bosje heen, ook daar geen geen Spot. Ik roep en fluit, niks.... In de boomgaard dan, zich de buik rond etend aan kersen? Ook daar  niets te bekennen. Ik wordt een beetje zenuwachtig, vooral als ik in de verte ganzen hoor gakken. Tussen ons en de ganzen zit een diepe sloot. Spot zwom nooit... Hij zal nu toch niet? Is nu toch dat beruchte moment aangebroken van de husky die over de horizon verdwijnt? 

Met de gedacht beter een husky aan de lijn dan twee op de loop, doen we Shadow toch maar aan de riem en gaan we terug richting huis. Ik bedenk al plannen, tik de acties op mijn vingers af. Fiets halen, telefoon mee, eerst internet berichtjes plaatsen, vissers om hulp vragen, buurvrouw inschakelen... tot we ineens een wild gespetter horen. Welja! Daar beweegt het riet! Spot zit nog steeds in het water. Blijkbaar was hij het helemaal niet die de bosjes in dook. De eend zit er ook nog, telkens wegvliegend en landend, steeds net buiten bereik van Spot blijvend. Een pas-de-deux van hond en eend, die niet voor elkaar onderdoen in gebrek aan gratie. 

Een gevoel van opluchting maakt zich van ons meester en als we hem met vrolijke stem roepen, komt meneer aangestoven. Door en door nat, grijnzend van oor tot oor. Uiteraard schudt hij zich pas uit als hij bij ons is. Moegestreden laat hij zich netjes aanlijnen en met twee tevreden heren aanvaarden we de thuisreis. Eindelijk ontbijten we en de heren strekken zich tevreden uit. 

Het is inmiddels echt bloedbenauwd, de lucht betrekt en begint het waaien. Er komt een forse bui aan, het lijkt wel avond. Terwijl wij snel alles naar binnen halen en de  ramen en deuren sluiten, schiet Shadow steeds naar buiten om voor de poort te gaan zitten. Geirriteerd roep ik hem, is hij nou nog niet moe? Tot ik ineens weer aan de zalmolie denk. Oh je, hoge nood.. Snel trek ik een jas aan, pak een lijn en doe een schietgebedje dat het nog heel even droog blijft.Op het veldje om de hoek gaat Shadow uitgebreid staan te leuteren. Niks zalmolie, Maaswater! Tegelijkertijd gaan boven ook de sluizen open. We rennen terug naar huis maar de paar honderd meter zijn genoeg om  doorweekt te raken. Shadow heeft de oren in de nek en kijkt me vuil aan. Tja jong, jij moest plassen....



maandag 25 november 2013

Echt waar?

Soms heb je van die verbazende nieuwsfeiten. Wist u bijvoorbeeld dat Orca's geen huisdieren zijn? En dat bericht komt net op het moment dat we onze vijver in willen gaan richten. Moeten we weer opnieuw gaan denken wat we erin willen. Het leek ons net zo leuk, wat van die zwartwitte visjes en nu blijken het roofdieren! Potentieel gevaarlijk dus voor onze honden en dat kan natuurlijk niet. 

Ook Shadow heeft een waarheid ontdekt; als je in het donker als een  blind paard achter een bal aangaat kun je nat gaan. Tenzij je een helmbasilisk bent (ook wel Jezus Christus hagedis genaamd) kun je niet op water lopen. Zelfs niet als het donker is. Gelukkig is de -nieuwe- vijver is in zoverre hond-proof dat ze er makkelijk in en uit kunnen. 

zaterdag 9 november 2013

Trots!

Parmantig zit hij in de keuken op de grond. Billen strak op de grond, een blik in zijn ogen die zegt 'Ik Wil Dit.'

Die blik kennen we. Bijvoorbeeld als hij vind dat hij zijn piepballetje Terug Krijgt terwijl de piepjes ons de oren uit komen. Pal in beeld voor de tv kijkt hij het balletje uit mijn hand.
Shadow' bijnaam is de dikke zwarte, niet vanwege zijn omvang maar om zijn 'dikke nek'. Hij weet wat hij wil en aarzelt niet dat kenbaar te maken. Wij kunnen daar wel om lachen en wilen daar ook nog wel eens voor zwichten. Heel fout volgens menig opvoedkundig deskundige. 'Ja, je geeft ook teveel zijn zin, zo leert hij het nooit. ' Een klein stemmetje in mijn achterhoofd geeft ze gelijk. Zo leert hij niet dat nee nee is. Zo leert hij nooit zich te beheersen. Maar die Blik!

Dit keer is De Blik niet op mij gericht en ook niet op mijn vriend. Het is de kaas op de keukentafel. De kaas waarvan ik vergeten was dat hij er lag. Op hondneushoogte gepositioneerd. Shadow is de keuken in geslopen terwijl wij in de kamer zaten te eten en zit nu al minstens vijf minuten - een eeuwigheid voor mijn stukje ongeduld - de geitenkaas met wilde knoflook te hypnotiseren. Ik weet niet wat ik zie. De hond die als pup vanuit de tuin op de eettafel over de bank op de salontafel kwam springen kan zich dus wel beheersen. Heeft controle en discipline. Doet niet aan zelfbediening maar hoopt en wacht. Op mij? Of oefent hij zijn telekinetische talenten?

Hoe dan ook, de kaas is nog geheel intact. Dit moet gevierd worden. Met een knuffel die wat ongeduldig ontvangen wordt. En met een stuk geitenkaas uiteraard. Trots ben ik nu, op mijn mooie man.