vrijdag 12 december 2014

Herinneringen aan Chenak en Janouk : trektocht Noorwegen 2004

De avond valt en daarmee treed de koude pas echt in. We hebben nog een flink stuk te gaan. Te kort om nog een overnachting in bivak te doen, te lang om voor donker ‘"thuis” te zijn. Thuis is in dit geval een huisje op een vakantie park in Sjusjoen, een dorp net buiten Lillehammer in Noorwegen. We zijn op vakantie met een groep vrienden maar manlief en ik zijn met onze honden de drukte even ontvlucht. Gisteren trokken we ons eigen spoor in zware sneeuwval over een moeras en we overnachtten in bivakzakken in de sneeuw, naast een verlaten boerderij. Een koude nacht, vooral omdat Janouk bovenop mij wel een goede slaapplek vond, daarbij een ideale “luchtbrug” creerend waardoor de koude mijn slaapzak in kon sluipen. 

Vandaag was het mooier weer, helderblauwe lucht, stralende zon op de witte sneeuw. Maar nu de avond valt betalen we de prijs voor het ontbreken van wolken. Koude. We trekken een extra winddichte laag aan en een extra paar handschoenen. Hoofdlamp op. Sjaal nog een stukje hoger. Mijn wangen voelen al strak aan. Die zullen straks binnen wel gaan tintelen. Ik denk aan de Noorse vrouw die ons bij de lunch op het hart drukte “Niet wrijven, daar gaat de huid kapot van!” Niet vergeten voor straks.
Laatste stuk terug. Bekend terrein. Maar in het donker lijken alle loipes op elkaar en ik twijfel toch even waar ik ben. Als ik op een gegeven moment stop en omkeer om een routebord te gaan inspecteren doet Janouk iets dat ik niet van hem ken. Hij protesteert. Luid en duidelijk. Onmiskenbaar vertelt hij mij dat hij net zo lekker bezig is en dat we natuurlijk op de goede weg zijn. Hij heeft gelijk.

Het langlaufen in het donker is een wonderbaarlijke ervaring. De schittering van de sterren en halfwassen maan reflecteert op de sneeuw. De hoofdlampen gaan uit want de bundel creeert alleen maar valse schaduwen en vervelende schitteringen. In het onzekere licht moeten we vertrouwen op ons gevoel voor positie want hellingen zijn niet goed in te schatten. Ineens ga je omlaag en dan weer omhoog. Alsof we in een achtbaan zitten. Korte hobbels in de ijzige loipes vangen we op door soepel mee te veren. 

De honden werken stabiel en hard, ongetwijfeld zijn ze op weg naar huis en en de brokken. Het is stil, op het geluid van hun gehijg en het zoeven van onze ski’s na. Stil, donker en koud. Wij zijn het enige leven, warmte, geluid in de wijde omgeving. Een gevoel van euforie maakt zich van ons meester. De wereld is even alleen van ons vieren. Te snel komt er eigenlijk een einde aan. Hoewel… bij de hut duikt Janouk in zijn met stro gevulde bench en komt er niet meer uit. Ook Chenak vind het wel best om terug te zijn. Voor het eerst is het ons gelukt: onze Siberische husky’s zijn moe. 

vrijdag 14 november 2014

Huskyheren en hormonen...

De heren zijn in hun 'prime'. Drie jaar oud, sterk gezond en uh.... mannelijk. Zeer mannelijk. Zeker nu hun geliefde Tjibbe loops is. Vorige week gaf Spot al een nachtelijke serenade voor haar weg. Uiteraard komen we haar nu bijna iedere ochtend tegen. Verleidelijk zwaait ze haar witte pluimstaart heen en weer. Haar plasjes moeten uitgebreid besnuffeld.

Vandaag lopen we een extra grote ronde om ze wat energie af te laten blazen. Een konijn en drie katten later is dat bij mij in ieder geval gelukt. Hopelijk bij hen ook. Bijna terug in het dorp duiken de heren op een polletje gras en daarna duikt Shadow op Spot, mij bijna ondersteboven trekkend. Uiteraard voor de geamuseerde ogen van een stel tuinmannen. Dat moet een damesplasje zijn.

Thuis gekomen mik ik ze in de tuin en ga snel wat lekkers halen voor een spontaan bezoek van een collega. Aan de geluiden uit het nachthok te horen zet Shadow zijn avances voort. Spot ondergaat het blijkbaar lijdzaam. Ik ben blij dat we bezoek krijgen want daar zijn ze goed in: ze springen niet op, genieten van knuffels en bedelen niet al te overdreven.

Spot is duidelijk gecharmeerd van onze vrouwelijke bezoekster. Hij positioneert zich naast haar stoel. Sollliciteert naar knuffels. Likt en snuffelt aan haar arm. Niet zo gek, ze heeft immers een paar katten. Maar wat doet hij nu? Hij snuffelt en knabbelt aan haar mouw. Duw zijn neus in haar oksel. Snuift en begint weer te knabbelen. Zet een poot op de plantenbak achter haar stoel. Twee poot erbij.

Ineens is het me duidelijk. "SPOT" brul ik. "LAAT DAT." Met een betrapte blik druipt hij af. Onmiddelijk geeft broeder Shadow hem ook nog een hondenversie van een standje. Even later probeert hij het nog een keer. Spot vindt mijn bezoeker duidelijk erg leuk. Iets te leuk... Zucht.... mogen de hormonen even wat minder door de bocht gieren?


maandag 13 oktober 2014

Geurenblind

Ik zit in de tuin. Spot zit naast me, neus in de lucht, smakkende geluidjes maken. Zijn blik gericht op de bomen in de tuin van de achterburen. Hij kijkt kort even naar mij om. Alsof hij wil zeggen: “Zie je dat wel baasje?” 
Maar ik, ik zie niks bijzonders. Waarschijnlijk juist omdat ik kijk. Mijn ogen gebruik. Hij ‘kijkt' met zijn neus. Zijn hoofd lichtjes achterover, de zwarte dop beweegt zachtjes naar boven en beneden. Als ik kon “kijken”  zoals hij ging er waarschijnlijk een wereld voor mij open. 


Voorzichtig probeer ik of het mij ook lukt. Zacht snuivend haal ik mijn neus op. Ik ruik koeienmest. Een licht geur van vis aan mijn handen.Ik neem een slok van mijn thee en vraag me af hoe ik die geur eigenlijk kan beschrijven. Het is Earl Grey, een zwarte thee gearomatiseerd met bergamot. Maar ook hiervan bestaan vele varianten met verschillende smaken en geuren. Deze thee ruikt naar citroen maar dan warmer. Wat een knullige omschrijving als je dat vergelijkt met hoe ik het uiterlijk van de theebeker kan omschrijven. Die is blauw met beigebruin gevlamd aardewerk, met rossige spikkels een een azuurblauwe rand. Een klassiek gevormde trechterbeker zonder oor.
Neus in de lucht, mond stukje open, echt "geur proeven"

Als de thee op is gaan we op stap. We wandelen over een breed zandpad, de lucht is zwanger van een mengsel van paardenmest en rottend herfstblad. Ineens staan de mannen stil. De zwarte doppen bewegen verwoed. Er wordt zelfs geproefd van de lucht met een zacht smakkend geluidje. Bij paarden heet dat flemen. Ze sturen hierbij extra lucht langs hun vomeronasale orgaan, oftewel het orgaan van Jacobson. Zo vangen de nog meer geur op.
Even later verleggen ze hun aandacht naar een graspol die zeer belangrijk is.

Snuffelen aan iets belangrijks?
Die er voor mij identiek uitziet aan de graspol links en rechts daarvan. Een snelle blik om mij heen - niemand te zien. Ik neem de proef op de som en kniel op de grond. Ik snuffel tot groot genoegen van de heren ook aan de pol. En aan de pol links. En aan de pol rechts. Ik ruik … niks. Nou ja, de geur van aarde en gras maar de pollen zijn voor mij volstrekt gelijk. Domme baas. Geurenblind en neusdoof, dat ben ik
Snuft mijn neus hier eem brokje?

Op geurtocht naar de reetjes. 

Geur 'meenemen' door er lekker in te rollen...

Boos

Ik ben niet snel echt Boos. Maar vanmorgen wel. Ik kijk naar buiten en zie Shadow verwoed bezig mijn oude Therm-A-Rest matje te slopen. Vol overtuiging. Direct na een wandeling van een uur en een bak vol eten. Ik storm naar buiten, vraag hem wat hij in godsnaam aan het doen is. "Wil je daar wel eens heel snel mee ophouden". Ik mopper met luide en duidelijke stem, mijn emotie mag er tenslotte best zijn. Maar ik beheers mij, raak hem niet aan. Hooguit maak ik mijn lijf langer en groter. Hij snapt mij en druipt af het nachthok in waar hij wat timide op zijn kussen gaat liggen.

Namopperend ruim ik de restanten op, ondertussen bestuderend hoe zo'n matje er nu van binnen uit ziet. Weer wat geleerd. Bedenk hoe lang we dit ding al hadden - zeker tien jaar. Wil tegen manlief zeggen dat het zo zonde was omdat dit matje niet lek was maar houd deze volkomen zinloze opmerking voor me. Het nu meer dan lek en gedane zaken nemen geen keer. Na een vijf minuten doe ik het nachthok weer open. Ga op mijn hurken zitten en vraag hem bij me. Deemoedig begraaft hij zijn neus onder mijn oksel. Staartje laag, oortjes plat. Ik kroel hem en het is weer over.
Mijn boodschap was duidelijk. Ik begrijp hem tegelijk ook wel. Dikkertje Dap is van slag. Ik was een paar dagen weg, grote vriendin Tjibbe is loops en hij mag er niet heen en broeder Spot loopt puberaal te klieren en die mag hij van mij dan ook weer niet verscheuren. Arme Shad. Het leven valt soms niet mee.
De mannen zijn 3 en het leven gaat met vallen en opstaan. We leren elkaar steeds beter kennen en waarderen. Akkefietjes zoals vanmorgen zijn zeldzaam. Zelden hoef ik mijn stem te verheffen boven een "Uhuhuh" of "Houd daar eens onmiddellijk mee op". De woorden verstaan ze niet, de toon des te beter.

Bijna dagelijks verwonder ik me over wat er mogelijk is in de band tussen mens en hond. Hoe goed deze totaal verschillende diersoorten elkaar kunnen verstaan. De visuele talige aap versus de neusgerichte lichaamstalige wolfachtige. Tot welke diepte zo'n band uit kan groeien. Een paar voorbeelden daarvan staan in het boek "The possibility dogs" van Susannah Charleson. Dit boek gaat over hulphonden in de breedste zin des woords. Niet alleen de bekende blindengeleidehonden, maar ook over hulphonden voor psychiatrische patiënten. Hartverwarmende verhalen van honden die helpen om mensen over hun agorafobie heen te stappen, PTSD aanvallen te voorkomen en de negatieve spiraal van obsessief compulsieve handelingen te doorbreken. Honden die dat doen met gevoel voor hun baas. Verbintenissen die vol staan van compassie, die verder gaan dan het aanleren van trucjes van met een clicker. Honden die vaak op onverwachte plaatsen worden gevonden, zoals in asiels. Soms op slechts dagen van euthanasie vandaan.

Er is zo ongelofelijk veel mogelijk in de band tussen mens en hond. Elke keer weer doet dat me verbaasd staan. Verbaasd was ik ook toen ik op een hondenforum las over het plaatsen van een hond in de TV serie Utopia. Nu moet ik bekennen dat ik die serie nog nooit gezien heb. Ik zal dus ook niet oordelen over het programma zelf. Waar ik niet bij kan is dat ervaren hondentrainers, zoals de familie Gaus, ook maar overweegt om een hond te plaatsen in een setting waarbij het welzijn van het dier niet voorop staat.

Utopia kan geen stabiele situatie zijn, de mensen daar kiezen voor een TV optreden. Prima, moeten zij weten. Maar ze kiezen geen van alle bewust voor een hond. Een hond is meer dan een programmeerbare robot die geclickertrained kan worden door om het even iedereen. Het is een individu, met een persoonlijkheid, met behoeftes. Een levend wezen dat met een beetje mazzel 12-15 jaar mee gaat. Dat een goede start verdient, met een baas die alles in zijn macht zal doen om tegemoet te komen aan de werkelijke behoeftes van een hond. Stabiliteit, veiligheid, rust. Voor een geleidehond: een degelijke opvoeding waarin heel veel aangeleerd moet worden dat tegen de natuur van een hond in gaat.  Daar moet goed mee om gegaan worden,  juist om te zorgen dat de hond zich kan ontwikkelen en zijn volledige potentie kan laten zien.

Het succes percentage bij de opleiding tot hulphond is niet hoog. Ondanks de inzet van ervaren mensen die hun huis openstellen voor een pup, die met liefde en aandacht en ervaring opvoeden. Dat is een probleem dat serieuze aandacht verdient. Er is een tekort aan plekken om de pups op te vangen.   Ik snap dat daar aandacht voor gevraagd wordt. Maar proberen mensen voor deze uitdagende taak te werven door een pup in een zootje ongeregeld te gooien, lijkt me nu echt een prachtig voorbeeld van in je eigen voet schieten.  Nu ben ik pas Boos.

woensdag 1 oktober 2014

Forever dogs

In haar boek over emoties bij honden en mensen ("For the love of a dog') beschrijft Patricia McConnell over de liefde tussen mens en hond. Over hoe die ene hond bijzonderder is dan de andere.

Natuurlijk houden de meeste mensen van hun hond. Anders hadden we ze niet. Namen de hondenhaar bij het ontbijt, een plas in de tuin, een kapotte sok of een broek vol modderpoten niet voor lief. Maar soms zijn er honden met iets extra's. Zoals bij ons Chenak. Honden die zo een persoonlijkheid meebrengen dat ze bijna menselijk zijn. Honden die zoveel ruimte innemen dat ze ook een ongelofelijk gat achterlaten. Als je ooit zo'n hond gehad hebt, weet je hoe het verlies ervan voelt. Alsof er een stuk van jezelf afgehakt is. Fysieke pijn. Intens verdriet. Grote leegte.
Toen ik deze week dan ook van een goede vriendin hoorde dat ze haar "zwarte snor" moest laten gaan, viel ik even stil. Te vroeg. Niet eerlijk. Te pijnlijk. Een pijn die je niemand gunt. Een pijn die je graag weg zou nemen. De pijn waarvan je weet dat je erdoor moet gaan. De pijn die komt bij het houden van een wezen dat gewoon per definitie veel te kort leeft.

Gorby was een prachtige en bijzondere hond. Afgelopen maart mochten we elkaar leren kennen op het strand (zie http://huskyheren.blogspot.nl/2014_03_01_archive.html) . Hadden de heren een prachtige dag met de zwarte beer. Kwam ik zover in zijn gratie dat hij mijn koekje aannam.
Het is nog steeds niet te bevatten dat hij er niet meer is. Dat dit onze laatste ontmoeting was. Dat mijn vriendin na haar werk in een leeg huis thuis komt. Vandaar ook hier een eerbetoon. Voor de zwarte reus, de prachtige snor. Moge hij pijnvrij bivakkeren achter de regenboogbrug. Stiekum hoop ik dat er een ijswinkel is. Dat hij en Chenak daar samen achter hun coupe zitten, plannen smeden "to rule the dog world".

Dag Gorby, slaap zacht. Je wordt gemist en niet vergeten. Niet voor niks heten die bijzondere honden "Forever dogs". Ze zijn nooit helemaal weg, maar blijven altijd een beetje bij ons.


Tot slot nog dit gedicht, dat ik met toestemming van de maakster in het Nederlands mocht vertalen. Dat het een beetje steun mag zijn voor eenieder die met eenzelfde verlies worstelt: 

Wat te doen de dag nadat je hond dood ging 


Veeg de vloer 
Kijk uit het raam 
En hijg.. 


Zet thee met een koekje 
Om het vervolgens te vergeten


Verschoon het bed 
Neurie een lied 
Begin te huilen 
Vergeet de dagen van de week 


Zink ineen in een hoekje van de kamer, knieen omklemmend 
En kreun 


Raap jezelf weer op 
Zet opnieuw thee, nu om op te drinken 


Kijk uit een ander raam 
Je blik valt op de plek waar je hond zich  behaaglijk nog eens uitstrekte, om te verzinken in een droom van weilanden, bossen, konijnenkeutels proefde, hazengeur opsnoof 


Zoek de tissues 
Dan maar WC papier 


Zwerf door het huis, je hart klopt loodzwaar in je borst 
Warm de restjes op 
Prik erin met je vork en dump ze in de gootsteen 


Zoek wat er niet is 
Hoor van alles 
Voel fluweelzachte oren onder je vingertoppen 
Voel herinneringen die je ontglippen 


Maar vang die herinnering, elke herinnering, die straalt, zacht en droevig, geur van natte vacht en herfstbladeren, modderpoten op de vloer, de wandeling in bos en weide, oren wapperend in wind gestolen koekjes gesloopte speeltjes een kriebel op de buik een trekspel, dat favoriete piepding een blik van verbondenheid jouw hand op zijn hoofdje een kwispelende staart ochtendnevel boven het veld maan achter de bomen een uil roept oren gespitst neus aan de grond snuffels in kwadraat het spoor volgend triomf van het vinden 


Doe je pyjama aan 


Draai drie keer in de rondte en nestel jezelf bij het flostouw 
Plots jaag je op de echo van een blaf in de nacht die niet eindigt 


Ineens groeit  
Je staart 


 Vrij vertaald naar  Catherine Young 11.27.12

maandag 22 september 2014

Herfst - ons seizoen - foto topic

Wij houden niet van hitte. In de zomer staan wij uit. Maar als de blaadjes vallen en wind weer koeler wordt, de luchten helder en de lichtval zachter is, ja, dan gaan we op stap.

Helaas is het nog te warm voor de step, die blinkend en voorzien van nieuwe remblokjes al trappelend staat te wachten. Dan de wandelschoenen maar aan en op pad, met heren en camera. Een blik in onze "standaard wandelrondes" die nooit vervelen.

Hier draaien we van de weg af, het Beesel's broek in. Langs de populieren-opstand. Opstandig als ze zijn, laten ze als eerste hun blad vallen 

Geen licht zo mooi als dat op herfstochtenden

Spot amuseert zich terwijl ik foto's maak

Heerlijk zandsnoet.

Een uitbraak van spinnenwebben

We hadden publiek

Natuurkunst boven en onder



Nog meer publiek. Hoewel.. deze leek meer in zichzelf gekeerd te genieten van de ochtendzon

De Swalm slingert zich door het landschap dat opgefleurd wordt door bloeiende balsemien

Stevige man in de verte



Terwijl ik interesse hebben in de bloemen, checken de heren even of broer konijn thuis is. 



Dit wandelpaadje noemen wij niet voor niks het dassenpaadje. Een smal pad tussen zandwal en prikkeldraad, waaraan een heel stelsel aan holen grenst. Een enkele keer, in de schemer, zien we hier ook een das. 
Er wordt altijd gezegd dat dassen erg bang zijn voor honden, maar de keren dat we er echt tegen kwamen gingen ze of op 't gemakje door met waar ze mee bezig waren, liepen gezellig een stukje parallel mee op door het bos of kuierden een andere kant in. 

Na een 2.5 uur lopen waren we moe maar voldaan weer thuis. 
En dorstig: handig zo'n verhoogde drinkbak!



maandag 11 augustus 2014

Gelukt!

Ken je dat, dat je 'tig foto's maakt van je honden maar dat "de" foto er niet bij zit. Die foto die de essentie vat. Het enthousiaste prethoofd met de felle zachtheid. Alles in 1 blik.

Met hulp van een paarse uitverkoop bal van de supermarkt is het nu toch gelukt!



Hebbes!

En als je hem niet kent zou je er bijna bang van worden... 

woensdag 30 juli 2014

Hoeraatje voor mijn voeten (een non-honden post)



Mijn 2e gastblog mocht niet over honden gaan. Dan maar over lopen. Hard lopen.





Ik heb een vriend die sportarts is. Met hem door de stad lopen is, hoe zal ik het zeggen…. anders. We kijken geen etalages maar mensen. Altijd leuk. Maar er volgen geen commentaren als “mooie benen” of “wat een leuke jurk”. Nee, meestal verzucht hij iets als “Wat bewegen mensen toch slecht, zo zonde! Zie je hoe die vrouw haar heupen niet gebruikt? Dat is een gewricht hoor, dat hoort te buigen. Ze draait alleen vanuit haar rug. Geen wonder dat er zoveel mensen een nieuwe heup nodig hebben als ze ouder worden.”

Nog minder begrip heeft hij voor de schoenenmode. Uggs vindt hij niet zozeer ugly vanwege het uiterlijk maar omdat mensen er zo naast lopen. Oh, die enkels! M’n knieën doen er spontaan zeer van, verzucht hij dan. Pumps met hoge hakken zijn hem ook een gruwel. Net als lompe bergschoenen trouwens. Je maakt je voeten zo toch blind en doof, verzucht hij dan. Hij snapt het niet. Terwijl ook hij op zolder nog een paar “Meindl Perfects” heeft staan. De geluiddichte isolatiekamer onder de schoenen, zullen we maar zeggen. Het kan verkeren.

Tegenwoordig is het adagium: hoe minder aan de voeten hoe beter. Laatst vertrok hij voor een dagje richting Amsterdam. Opstandig sprak hij “en ik doe gewoon mijn hoeraatjes aan”. Ik knikte hem begripvol toe.

Hoeraatjes staat bij ons voor huaraches. De essentie van de schoen: een zooltje met een touwtje. Ze worden gebruikt door de Tarahumara, een indiaans volk dat bekend staat om hun fenomenale uithoudingsvermogen. Ze rennen afstanden van meer dan 100 km achter elkaar alsof het niks is. Mannen en vrouwen. Niet op flitsende hardloopschoenen met “maximal gel support cushioning system” of “ultra lightweight support fabric” maar op die stukkies rubber. Zonder “intelligent foam”. Over rotsen en door ravijnen. Tussen de cacteeën door.

Iets wat ik ook wel zou willen kunnen, maar wat als “Miss Blessureleed” niet echt voor mij weggelegd lijkt. Ik heb een soort haat-liefde verhouding met hardlopen of misschien meer een knipperlichtrelatie. Noem mij een hardloopblessure en ik heb er last van gehad.

Dat ligt ook aan mezelf hoor. Ik bedoel, goede adviezen krijg ik genoeg. Maar voorzichtig training opbouwen is zo saai. Het is mooi weer, de hond heeft te veel zin, ik moet wat stress kwijt, het ging zo lekker. Er is altijd wel een reden om wat langer te lopen dan gepland. Of om een training over te slaan (ik ben moe van mijn werk, het is zo warm, de hond heeft geen zin, uh… die laatste lieg ik). Dus zoek ik naar een manier om ‘belastbaarder’ te worden die ook nog leuk is.

Geinspireerd door het boek “Born to Run” van Chris McDougall ben ik begonnen met de basis, ons aller fundament. Zesentwintig botten en drieëndertig gewrichten, twaalf spieren en achttien pezen. Een complex bouwwerk met 2 bogen, een lengte en een dwarsgewelf. Oftwel, de menselijke voet. Een schandalig verwaarloosd prachtig stuk biomechanica, in onze westerse wereld weg gestopt tussen dikke lagen rubber, leer en/of kunststof.

Ik liep af en toe op blote voeten op het gras en vond het zalig. Zo voelde het wanneer je als kind hard liep. Vrij en ongedwongen. Ik ging over op minimale schoenen. Uiteraard kreeg ik bijna een stressfractuur (zie hierboven). Even moest ik even gas terug nemen maar de lol bleef. Lopen werd een feestje.

Toch bleven er af en toe pijnen en pijntjes. Niet zo gek als je mijn platvoeten ziet. Daar was weinig voetgewelf aan te herkennen. Volgens het adagium “trainen kun je de hele dag” verdwenen mijn pumps in de kast en werden mijn “lompe klompen” wandelschoenen verruild voor handschoentjes voor de voeten. Spierpijn dat ik had na de eerste wandeltochten! Maar langzaam maar zeker komt er lijn in. Mijn voeten leren weer bewegen. Passen zich aan aan de ondergrond. Krijgen weer een boogje. Vond ik de hoeraatjes vorige zomer nog voor geen meter lopen, inmiddels krijg ik de kriebels van dempende dikke zolen en loop ik zoveel mogelijk op mijn minimale schoeisel en thuis op blote voeten.

Er zijn nog slechts twee problemen over die bestreden moeten worden. De naaktslakkenplaag in mijn achtertuin. Het ultieme “yuk” gevoel als je daar met je blote voeten op gaat staan bezorgde mij al eens een fobie. Het tweede is lastiger. De ultieme boodschap van mijn vriend de sportarts op de vraag wat ik mijn lezers moet leren over het lopen op blote voeten. Duidelijk. Eenduidig. Soms lastig op te volgen. Toch blijft het advies als een paal boven water staan: stoot je tenen niet!



Ook in ruwer terrein gaat het na wat training prima: wandelen op de hoeraatjes



Wandelen? Op dit soort paadjes is hardlopen veel leuker!




Ook te lezen op:
Meteen er achteraan mocht Hans zijn visie delen, als 'bonus'blog


http://www.futurumshop.nl/blog/archief/2014/07/16/hoeraatjes-voor-mijn-voeten.html



http://www.futurumshop.nl/blog/archief/2014/07/22/sportarts-hans-schipper-wandelen-is-voetenwerk.html

vrijdag 25 juli 2014

Zomer

Het is warm. Te warm om veel met de mannen te ondernemen. Dus luieren we in de tuin. Onze mini-Provence past bij het weer. Hoog tijd om even met de camera te spelen.









En zo was het vorig jaar rond deze tijd! 


maandag 21 juli 2014

Bottenoorlog

Ik heb twee hondse heren in huis, mannen met ballen. Waarbij de ene wat meer machismo heeft dan de andere. Shadow heet bij ons de "dikke zwarte”, niet vanwege zijn gewicht maar wel vanwege zijn "dikke nek". Af en toe moet Broeder Spot het ontgelden. Dan moet meneer weer even duidelijk maken dat hij bepaalt wie het brokje of de bal bezit. Laatst was het weer even zo ver. Na diverse keren gezellig samen brokjes zoeken in de tuin, ontstond er nu even ruzie. Na een brul van manlief, die het gegrom van de heren ruimschoots overstemde, beent Shadow opstandig naar het nachthok, op stijve poten een goede imitatie van een “Siberian ridgeback” gevend. Spot schiet, zich zo klein mogelijk makend, ook maar voor de veiligheid in zijn bench. 

Manlief moet de trein halen en ik moet naar mijn werk, maar het voelt niet prettig om zo weg te gaan. Ik besluit toch nog meer even thuis te blijven en geef de heren hun Kong met bevroren yoghurt. IJs als vredestichter. Het werkt, vreedzaam worden ze ter plekke leeg gelebberd.Gerustgesteld verdwijn ik naar binnen om mijn werkkloffie aan te trekken, een oor op de tuin gericht. Nog steeds rust. Inspecteer voor vertrek de tuin op items waar ruzie over gemaakt zou kunnen worden. Zie dat er toch nog gebabbeld moest worden. Twee ondergezeken bloempotten. Bah!
De weersvoorspelling voor deze dag is zonnig en 30C. Recept voor een apart aroma in onze ommuurde beschutte tuin. Zuchtend pak ik de tuinslang, spuit de boel schoon en doe er nog een flinke laag “pet odour remover” overheen. Dat zal ze leren. Geurvlaggen komen hier van mij! Dit alles doe ik met een niet geheel zonnig humeur. Ik ben eigenlijk gewoon pissig. Hoe toepasselijk. 
De heren observeren nauwgezet wat ik doe. Ik geloof dat ze begrepen hebben dat ik hun conversaties van die ochtend niet echt kan waarderen. Bijna timide kijken ze me na als ik nog napruttelend naar mijn werk vertrek. 

Een dag later: ik heb botten gehaald voor de honden. Echte grote bloederige knoken. Hogelijk gewaardeerde prijzen. Jummie. Gevaarlijk ook. Want hier zal Spot niet zomaar opgeven aan broeder Shadow. Ik besluit ze voor alle zekerheid maar even apart te zetten voor een knaagsessie. Spot in detuin, Shadow in het nachthok in de garage. Het begint te regenen dus ik verkas zelf naar de woonkamer voor mijn yoga sessie. De deur naar de tuin staat open. 

Tegen het einde van mijn oefensessie zie ik uit mijn ooghoek Spot naar binnen sneaken. Hij loopt naar de deur tussen serre en kamer maar die is dicht. Loopt schielijk de keuken in en door naar gang. Staat wat te dralen voor de deur van gang naar kamer. Hij kijkt wat timide. Ik werp een blik op de deur van het nachthok maar die is nog dicht. Hij is dus niet op de vlucht voor broeder Shadow. Onderbreek mijn ‘practice’ en loop de tuin in. Spot slungelt schuchter achter me aan. Ik pak het restant van zijn knook en ruim dat op. Werp een blik in het nachthok, maar Shadow is nog druk bezig. Ik laat daarvan de deur open zodat ik het kan zien als Shad ook klaar is en loop weer naar binnen. Spot volgt me. Met een diepe zucht ploft hij naast me op de grond en gaat liggen snurken. 

Aan het einde van mijn oefening zie ik de zwarte meneer doelgericht het nachthok uit snellen naar de plek waar Spot lag met zijn knook. Spot kijkt naar mij. Uit zijn blik spreekt de wens op inspectie te gaan naar Shad’s knook. Hij durft niet. Ik wel. Ik ruim knook 2 ook op. De heren dralen nog wat om elkaar en om mijn heen. 

Weemoedig denk ik terug aan de ‘botten oorlogen’ van onze vorige honden. Chenak en Janouk konden als ze klaar waren met de eerste knaagsessie heerlijk het spel “is jouw bot leuker dan het mijne” spelen. Er werd driftig geruild maar er viel geen onvertogen woord. Meestal was Janouk degene met succes die eindigde met beide botten. Zijn ‘one track mind’ als het om eten ging, gaf hem een ongeëvenaarde focus. Er was altijd wel een moment dat Chenak wat ging drinken en zijn bot ‘vergat’. Razendsnel schoot Janouk er dan op af en claimde de prooi. Chenak keek dan wat beteuterd maar gaf grootmoedig zijn verlies toe. Uren konden ze zo om elkaar heen draaien. Zonder onvertogen woord. 

Met deze twee heren durf ik het nog niet aan. Bang dat Shadow nog iets teveel de “Alles is voor Bassie” filosofie aanhangt. Spot deelt volgens mij die vrees. Dus zoekt hij in mij een bondgenoot. Hij zoekt gewoon mij op. “Zeg baas, los dit dilemma eens even op voor mij”. Op zich geen slechte gedachte. Helaas voor hem bestaat mijn oplossing uit “Alles is voor het Baasje”…. 


donderdag 19 juni 2014

Spot in de Spotlights

Het is mijn draakje, mijn knuffel, mijn klefbakje, mijn monster. Ik krijg dit bijna niet getyped omdat hij probeert op mijn schoot te gaan liggen.
Buiten lig ik af en toe bijna in de sloot omdat hij totaal lijkt te vergeten wie en wat er aan de andere kant van de lijn zit.
Los weet hij bij reuen hoe de dans te ontspringen voor het echt menens is en flirt hij met de teefjes als een ware Don Juan. Aan lijn lijkt hij meer op "the dog from hell". Menig ander hondeneigenaar, en vooral als het om puppy's gaat, denkt dat ik met een verscheurend monster rondloop.

Kortom, de vele gezichten van Spot:



Als Ballenjongen



Lachebekje



Jagertje


Zo lief als hij slaapt. Zelfs als hij mij als hoofdkussen gebruikt



Mooie jongen 




donderdag 8 mei 2014

Negenklapper

Eigenlijk twijfel ik of ik dit hier neer moet zetten. Tenslotte leest mijn moeder dit ook. Aan de andere kant, ze is er wel aan gewend dat ik af en toe van die niet-zo-verstandige dingen doe. Zoals met twee ongeleide projectielen op een vroege zondagochtend in het voorjaar op stap gaan.

Eigenlijk was ik zelf best optimistisch. Het zonnetje scheen, de lucht was aangenaam koel, de heren vrolijk. Kom, dacht ik, ga er nou eens ongestoord genieten. Wat kan er nu eigenlijk mis gaan, zo vroeg op de ochtend, start op een breed overzichtelijk zandpad. Gewoon 'gaan met die banaan'.

Dat lukte ook wel. Waar ik alleen niet op had gerekend was Broer Konijn. Duidelijk niet in bezit van verkeersdiploma 1. Meent pal voor mijn snelverkeer over te moeten steken. Die verleiding is te groot. De heren slaan een haakse bocht de weide in. Ik ben er niet op voorbereid, kan niet volgen. De middelpunt vliedende krachten doen de rest. Ik wordt gelanceerd.

Denk gek genoeg maar aan 1 ding: de remkabels van de step. Als de heren er namelijk met de step achter hun aan denderend vandoor gaan, is de kans groot dat het stuur een 360-graden draai maakt en dan knappen de kabels van mijn hydraulische remmen. En dan heb ik twee gekken met een maximaal adrenaline niveau die onverrichter zaken weer me naar huis mogen. Want steppen zonder remmen, zo gek ben ik zelfs niet.

Nog net weet ik de step zo te sturen dat die klem komt te zitten achter een handig geplaatst houten paaltje. Dan laat ik op hoop van zegen los en klats op de grond, de scherpe randen van de treeplank en het stuur van de step ontwijkend. Ik land op mijn heup en schouder en rol door, dankbaar dat ik mijn helm op heb.

Even diep ademhalen en schade opnemen. Het valt mee, ik kan alles nog bewegen, de step is blijven hangen en de heren zitten wat confuus te kijken waar dat konijn nou heen is.
Het kost wel wat (overtuigings-)kracht om ze weer op het pad te krijgen. Tot drie keer toe hijs ik ze uit de wei terug op het pad met de neuzen de goede kant op.
Eindelijk klaar voor vertrek, merk ik toch dat er iets niet klopt. Het achterwiel zit scheef. Ik probeer het onmogelijk, de honden in het gareel houden, voorkomen dat ze alvast vertrekken en tegelijk het achterwiel recht te krijgen. Wat nu? Man uit bed bellen?

Net op tijd bedenk ik dat ik hiervoor nu een reservelijn bij me heb. Ik bind de honden aan de Behulpzame Paal en maak op 't gemak de step in orde. Span de honden weer in. Heb weer wat overtuigingskracht nodig. Ze willen niet precies wat ik wil. Dus vis ik ze weer aan hun harnas uit de weide. Plemp ze in de juiste richting. Ontwar voor de zesde keer de lijnen. Denk aan de uitspraak van een musher.  Uiteindelijk heten ze allemaal "You son of a bitch". Lach. Ontwar voor de zevende keer de lijnen, meer ontspannen nu weer. En zowaar, ze luisteren en we vertrekken gezamenlijk de goede kant in.

In noodvaart, dat wel. Dus ik doe een schietgebedje. Niet nog meer konijnen graag. Prompt lopen we bijna tegen twee ganzen op. En komen we nog ZES keer een konijn tegen. Gelukkig hebben deze wipstaarten iets meer verkeersinzicht. Ze steken wat verder voor ons over, waardoor ik het zie gebeuren, kan bijremmen en de mannen er met mijn stem van kan overtuigen dat ze door moeten lopen en op het pad blijven. Zelfs de fazantenhaan die staat te patsen op het pad overleeft zijn machismo.

Van de veerpont naar huis gaat het in een gestaag drafje. Ontspannen ronden we een van de laatste bochten. Daar ontmoeten we konijn nummer Acht en Negen. Op het gemakje hoppen ze over het pad. Recht op ons af. Op het laatste moment besluiten ze over te steken en in hun holletjes te verdwijnen.  Nu moet ik echt nieuwe remblokjes. De heren snappen er niks van. Kijken met een vuile blik om. "Hallo, daar gaat ons BARFhapje! Wij mogen ook NOOIT wat."

Het laatste stukje gaat langs het lanceerpunt van de heenweg. Ik iemand zie naderen met een hele grote witte hond. Het is de Dogo argentino reu van verderop uit onze straat. Het pad is niet breed, de reu wel.  Ik besluit om even wat meer ruimte maken en stuur zonder er echt bij na te denken de heren de weide in. Diezelfde weide als daarstraks. Ze kijken geïnteresseerd om zich heen. Rustig. Niet hysterisch. Staan netjes te wachten. Met gemak krijg ik ze weer terug het pad op. Jeetje, zijn ze dan toch echt een beetje moe?

Thuisgekomen neem ik de schade op: een paar scheurtjes in mijn regenbroek en wat blauwe plekken. Morgen zal ik wel stijf zijn. Ik vertel het aan manlief, inclusief mijn gedachte "Wat kan er nou mis gaan". Het antwoord luidt "Met die twee gekken? Alles!". 

vrijdag 2 mei 2014

Zwanenzang

Spot is een mietje. Sorry hoor, maar hij is altijd wel ergens bang van. Als pup van de schuifdeur van de supermarkt. Totaal in paniek door een rioolbuis, plastic koeien, afgeknipte zonnebloemen. Met wat geduld, vasthoudendheid en veel koekjes gaat dat best aardig. Alleen water blijft eng. Als het even kan loopt hij om plassen heen of springt erover. Verder dan natte poten komt hij over het algemeen niet aan de Maas. Wij vinden dat niet zo erg; de Maas is breed, diep, veel vrachtverkeer en bovendien kunnen de eendjes en de ganzen zo makkelijk vluchten.

Soms is het wel lastig, Het Grote VoorjaarsVerharen is begonnen. De vacht voelt dan vies en vettig aan en na een bad kun je veel makkelijker de losse haren eruit kammen. Dus stond ik een week geleden aan de Maas, gewapend met kaasjes om Spot zover het water in te krijgen dat ik hem een beetje nat had. Piepend en paniekend trok hij achteruit terwijl ik uit alle macht probeerde mijn evenwicht te houden op de schuivende maaskeien. Met wat trek- en lokwerk lukte het uiteindelijk om hem naast me te krijgen, net tot zijn buik in het water. Trillend van de spanning. Helemaal vrolijk en opgelucht toen hij er weer uit mocht. Een beetje een wrede baas voelde ik mij wel.

Tot vandaag. We hebben een wandelafspraak met Duco en Lady. Vrolijk stuiterend arriveren we op de afgesproken plek alwaar het me een beetje moeite kost de heren even rustig te laten zitten tot de rest arriveert. Er zitten een paar ganzen die ik even weg jaag zodat de heren dat niet meer hoeven te doen. Maar dit keer zit er ook een hele familie zwaan. Het zijn er wel een stuk of tien, volwassen vogels en jaarlingen. Imposante dieren. Ze dobberen elegant langs de oever en de heren bekijken ze vol belangstelling.

Dan arriveren de speel- en race vrienden en hebben ze even alleen oog voor elkaar. We lopen gezellig kletsend verder terwijl zij achter elkaar en denkbeeldige konijnen aanjagen en af en toe wat lekkers komen scoren. Op de terugweg lopen we weer langs de familie zwaan, maar nu lopen we boven aan de dijk. Een stuk verder weg. De honden rauzen onderlangs door het hoge gras en fluitenkruid, We zien Lady, Duco, Shadow. Maar waar blijft Spot?

Ineens roept mijn vriendin "Daar, hij zwemt achter de zwanen aan?!" De verbazing druipt van haar stem. Met open mond sta ik te kijken. Mijn hond met watervrees zwemt inderdaad doodgemoedereerd achter een zwaan aan de Maas op. Voor mijn gevoel is hij al bijna halverwege de rivier. "Hij kan helemaal niet zwemmen"  flap ik er wat paniekerig uit. Nuchter klinkt "Nou, het lijkt er anders goed op, wat hij nu doet. Ik staar nog steeds ongelovig naar het water. Besluit een foto te maken.

Nuchtere Vriendin zegt "Zou je hem toch maar niet eens gaan proberen te halen?". Goed idee, voor hij dadelijk aan de overkant zit. Ik ren op mijn lompe rubber laarzen door het hoge gras, de overige drie honden vrolijk om mij heen buitelend. Gelukkig, Spot ziet me en blijkt genoeg te hebben van zijn spelletje zwaan-kleef-aan. Druipend komt hij het water uit. Geloof niet dat ik hem ooit zo nat gezien heb. Ik lijn hem aan en we aanvaarden de weg naar huis.

Aldaar wacht de nieuwe waterblazer. Van mijn plan tot langzame gewenning en introductie blijft niks over. Spot is geen mietje, het is gewoon een aansteller. Hij ondergaat zijn eerste blaasbeurt met een licht protest maar legt zich er al snel bij neer. Hoera, weer een drempel genomen
Het bewijs

maandag 28 april 2014

Naar buiten...

waar de vogeltjes fluiten. En husky haren verzamelen. Het is een prachtige lente, veel zon, veel pollen ook (hatsjie). Steppen wordt lastiger, vanochtend vroeg ging het nog net maar de heren liepen eigenlijk te flierefluiten op 't laatst.

Dus wordt het meer wandelen, lekker samen op stap. Dat is nog wel eens een uitdaging, als de heren in de stuiterstand staan. Dus werken we ook aan zelfbeheersing buiten de deur. Een hele praktische is "zitten en wachten" terwijl ik een foto maak. Inconsequent als ik ben mag staan en wachten ook, maar wat niet mag is alvast vertrekken. Zeker niet als ik aandachtig een stuk boomschors bestudeer. Al helemaal niet als dat betekent dat ik zowat achteruit de sloot in kukel. Stomme fazanten ook. Ik weet niet wie er meer last van z'n testosteron heeft: de pronkende Haan of Heer Spot. Zucht. Toch zijn er een paar plaatjes gelukt.
Populieren langs het pad doen mij altijd denken aan het lied "Het dorp" van Wim Sonneveld.
Langs het tuinpad van mijn vadr'n...
Ze ruisen prachtig, hun jonge blad is betoverend, het hout wordt misprijzend "waaibomenhout" genoemd maar de schors.. prachtig toch, zo diep doorgroefd? 


Perenbloesem - spelen met de Fish-eye functie.
Foto met gevaar voor eigen leven genomen. Moest een paar stappen het weiland in. De gekke oude boer die daar woont kwam mij en de rothonden met zijn tractor wegjagen 


En blazen maar !

Groene tunnel om in te duiken. Links en rechts wonen de reetjes. Goed moment om stil te staan bij de kunst der zelfbeheersing voor de heren 


Ik ken weinig planten die zo snel de grond uit schieten als het fluitenkruid



Het 'toetje' is van een andere wandeling, in de ochtend. Ook voorjaar, alleen de beuk heeft nog herfstblad. Waar je ook bent, er is altijd wel een fraai beeld te vinden.