maandag 24 februari 2014

De wraak der knagers.

Mijn mannen zijn me lief, maar soms even niet. Vorige week hadden ze een konijntje te pakken. Samen. Terwijl ze bij aan de lijn liepen. Ik zal u de details besparen, maar laat ik zeggen dat konijnenschedeltjes blijkbaar zonder problemen verteerd kunnen worden. Mocht er nog iemand op zoek zijn naar een konijnenpootje voor geluk, dan heb ik nog een tip waar er nog twee te vinden zijn. Spot liet wat vallen. 

Vanochtend kwamen we weer langs de plek des onheils, ditmaal op de step. Een positie waarin ik nog minder controle over zijsprongen heb. Hart kloppend in de keel. Maar er gebeurde … niks. Soms denk ik wel eens, het zou toch mooi zijn als ik nu kon verhalen over de zoet wraak van broeder konijn. Ik bedoel, ze zijn toch met velen en ze kunnen goed graven. Maar helaas - of gelukkig ? Geen valkuilen, struikeldraadjes of bramendoornen op het pad. 

In de middag liepen we aan de andere kant van het dorp en spotte Spot een muis. Met een snelle sprong dook hij erop. Om even snel weer achteruit te springen. Weer naar voren, weer terug. Ik snapte het niet. Had de muis in de zijn neus gehapt? Een keer zou nog kunnen maar twee? Manmoedig ging ik op onderzoek uit, Spot aarzelend in mijn kielzog. Au! Een tak van een roos. Met doornen. Iets verderop nog een. Op de grens van appelboomgaard en zandpad. Geen huis of tuin in de buurt. Joost mag weten hoe die dingen daar gekomen zijn. 


Zou het dan toch een zoete wraak der knagers zijn? Zitten op moment Mickey Mouse en consorten  gierend van het lachen in hun holletje. Voor de zoveelste keer het verhaal vertellend van die domme husky en de rozendoorns? En ik? Ook ik lach in mijn vuistje om mijn husky heer. Die nu overigens ligt te slapen als een (Doorn)roosje. 

dinsdag 18 februari 2014

Koppie koppie - foto topic

Shadow houdt niet zo van de camera. Zijn fotogenieke hoofd erop krijgen valt niet mee, want recht in de lens kijken doet hij niet. Zijn omgeving in de gaten houden wel. Toch moet en zal ik dat blauwe oog er een keer goed op krijgen.

Soms valt het dan samen, komt ook de zon nog even te voorschijn en lukt "het". Dan is kiezen welke er aan de muur mag bijna nog het moeilijkste onderdeel...






Zijn bruine oog is eigenlijk toch ook wel mooi.en verder kijkt jij niet arrogant hoor! 

En ooit lukt het nog wel... beide ogen tegelijk!

vrijdag 14 februari 2014

Blubbermoe

Met een gevoel van vermoeide opluchting trek ik om iets na half zes de deur van het lab achter me dicht. Klaar en redelijk op tijd naar huis. Ik ben vandaag alleen en dus wachten er thuis twee vrolijke husky heren op me die wel zin hebben in een ommetje. Ach, even uitwaaien kan geen kwaad. Ik heb er wel zin in.

Op weg naar mijn auto wordt mijn enthousiasme enigszins geblust door een striemende regen. Thuis gekomen moet ik lachen. Om Shadow die met mijn slof aan komt sjouwen. Om Spot die zich om mijn benen slingert, oortjes in de nek, duidelijk solliciterend naar een knuffeltje. Ik plof op de stoel in de serre, jas nog aan en deel zonder aanziens des honds knuffels uit en ontvang kusjes. Ondertussen zwelt de wind aan tot stormkracht en klettert de regen tegen de ramen. Brrr.

Als de heren zijn uitgeknuffeld, kijken ze me vol verwachting aan. Tijd voor actie. Ik zucht een keer, hijs me overeind en hul mij van top tot teen in goretex. In de garage wurm ik mijn voeten in mijn rubber laarzen. Waterdicht ingepakt ga ik op stap.
De kleine druktemakers trekken zich niet zoveel aan van de nattigheid, behalve als ze even moeten zitten vandaag. Zeker Shadow houdt niet van natte billen en het is onmogelijk om ergens buiten nog een droog plekje te vinden. Uiteraard kiest hij vandaag uit als dwarse dag en moet hij van mij wel zitten om af en toe even af te koelen. Zelfs in een plas. Wat dan weer helpt bij het afkoelen.

Gelukkig heb ik ook kaas bij me. En rookworst. Dus spelen we ook "zoek je koekje" onderweg. Een manier om hun aandacht weer bij mij te krijgen en mijn humeur droog te houden. Ach, eigenlijk valt het best mee. Heb ik het best naar mijn zin. Hongerig en wel, in het donker, in de regen.

Totdat de heren een konijntje ruiken en het dunne laagje modder op het graspad gladder blijkt dan ijs. Mijn linker been roetsjt naar voren en mijn kie zegt knak. Au. Met wat moeite lukt het me net om overeind te blijven. Ik haal even diep adem, houd mezelf voor dat ze het heus niet expres doen. Dat zij ook niet door hebben dat ik mij op glad ijs, uh, modder bevindt.

Noodgedwongen haal ik de touwtjes een beetje strakker aan en voorzichtig loop ik verder. Opgelucht als we weer terug zijn. Eigenlijk heb ik wel een beetje medelijden met mezelf. Ik droog de honden af (waarop zij ook medelijden met zichzelf hebben) en trek in de regen een sprintje naar de supermarkt. Chips en bier. Daar is het een avond voor. De perfecte remedie voor blubbermoe.