donderdag 8 mei 2014

Negenklapper

Eigenlijk twijfel ik of ik dit hier neer moet zetten. Tenslotte leest mijn moeder dit ook. Aan de andere kant, ze is er wel aan gewend dat ik af en toe van die niet-zo-verstandige dingen doe. Zoals met twee ongeleide projectielen op een vroege zondagochtend in het voorjaar op stap gaan.

Eigenlijk was ik zelf best optimistisch. Het zonnetje scheen, de lucht was aangenaam koel, de heren vrolijk. Kom, dacht ik, ga er nou eens ongestoord genieten. Wat kan er nu eigenlijk mis gaan, zo vroeg op de ochtend, start op een breed overzichtelijk zandpad. Gewoon 'gaan met die banaan'.

Dat lukte ook wel. Waar ik alleen niet op had gerekend was Broer Konijn. Duidelijk niet in bezit van verkeersdiploma 1. Meent pal voor mijn snelverkeer over te moeten steken. Die verleiding is te groot. De heren slaan een haakse bocht de weide in. Ik ben er niet op voorbereid, kan niet volgen. De middelpunt vliedende krachten doen de rest. Ik wordt gelanceerd.

Denk gek genoeg maar aan 1 ding: de remkabels van de step. Als de heren er namelijk met de step achter hun aan denderend vandoor gaan, is de kans groot dat het stuur een 360-graden draai maakt en dan knappen de kabels van mijn hydraulische remmen. En dan heb ik twee gekken met een maximaal adrenaline niveau die onverrichter zaken weer me naar huis mogen. Want steppen zonder remmen, zo gek ben ik zelfs niet.

Nog net weet ik de step zo te sturen dat die klem komt te zitten achter een handig geplaatst houten paaltje. Dan laat ik op hoop van zegen los en klats op de grond, de scherpe randen van de treeplank en het stuur van de step ontwijkend. Ik land op mijn heup en schouder en rol door, dankbaar dat ik mijn helm op heb.

Even diep ademhalen en schade opnemen. Het valt mee, ik kan alles nog bewegen, de step is blijven hangen en de heren zitten wat confuus te kijken waar dat konijn nou heen is.
Het kost wel wat (overtuigings-)kracht om ze weer op het pad te krijgen. Tot drie keer toe hijs ik ze uit de wei terug op het pad met de neuzen de goede kant op.
Eindelijk klaar voor vertrek, merk ik toch dat er iets niet klopt. Het achterwiel zit scheef. Ik probeer het onmogelijk, de honden in het gareel houden, voorkomen dat ze alvast vertrekken en tegelijk het achterwiel recht te krijgen. Wat nu? Man uit bed bellen?

Net op tijd bedenk ik dat ik hiervoor nu een reservelijn bij me heb. Ik bind de honden aan de Behulpzame Paal en maak op 't gemak de step in orde. Span de honden weer in. Heb weer wat overtuigingskracht nodig. Ze willen niet precies wat ik wil. Dus vis ik ze weer aan hun harnas uit de weide. Plemp ze in de juiste richting. Ontwar voor de zesde keer de lijnen. Denk aan de uitspraak van een musher.  Uiteindelijk heten ze allemaal "You son of a bitch". Lach. Ontwar voor de zevende keer de lijnen, meer ontspannen nu weer. En zowaar, ze luisteren en we vertrekken gezamenlijk de goede kant in.

In noodvaart, dat wel. Dus ik doe een schietgebedje. Niet nog meer konijnen graag. Prompt lopen we bijna tegen twee ganzen op. En komen we nog ZES keer een konijn tegen. Gelukkig hebben deze wipstaarten iets meer verkeersinzicht. Ze steken wat verder voor ons over, waardoor ik het zie gebeuren, kan bijremmen en de mannen er met mijn stem van kan overtuigen dat ze door moeten lopen en op het pad blijven. Zelfs de fazantenhaan die staat te patsen op het pad overleeft zijn machismo.

Van de veerpont naar huis gaat het in een gestaag drafje. Ontspannen ronden we een van de laatste bochten. Daar ontmoeten we konijn nummer Acht en Negen. Op het gemakje hoppen ze over het pad. Recht op ons af. Op het laatste moment besluiten ze over te steken en in hun holletjes te verdwijnen.  Nu moet ik echt nieuwe remblokjes. De heren snappen er niks van. Kijken met een vuile blik om. "Hallo, daar gaat ons BARFhapje! Wij mogen ook NOOIT wat."

Het laatste stukje gaat langs het lanceerpunt van de heenweg. Ik iemand zie naderen met een hele grote witte hond. Het is de Dogo argentino reu van verderop uit onze straat. Het pad is niet breed, de reu wel.  Ik besluit om even wat meer ruimte maken en stuur zonder er echt bij na te denken de heren de weide in. Diezelfde weide als daarstraks. Ze kijken geïnteresseerd om zich heen. Rustig. Niet hysterisch. Staan netjes te wachten. Met gemak krijg ik ze weer terug het pad op. Jeetje, zijn ze dan toch echt een beetje moe?

Thuisgekomen neem ik de schade op: een paar scheurtjes in mijn regenbroek en wat blauwe plekken. Morgen zal ik wel stijf zijn. Ik vertel het aan manlief, inclusief mijn gedachte "Wat kan er nou mis gaan". Het antwoord luidt "Met die twee gekken? Alles!". 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten